Joppe111.jouwweb.nl

Geschiedenis

Hoofdstuk 2 De lange weg naar het Binnenhof.


22-10-2013

We moeten een schema maken van verschillende manieren lezen en wat je dan precies ziet.

Lezen=Kijken

(ook naar de plaatjes)



Zoekend Lezen:

Oriënterend Lezen:

 

-Nederlands-Indie

-Revoluties

 

-VOC

-Politieke invloed

 

-Troonrede

-Beatrix

 

-Burgers en Machines

-Spinning Jenny

 

-Koning

-Macht

 


21/10/13

We zijn deze les begonnen met een paar vragen over het vak / de lerares van geschiedenis. Daarna moesten we een nieuw logboek aanmaken, en toen kregen we een korte uitleg over hoofdstuk twee.

-Vakbond is een groep die opkomt voor een bepaalde groep arbeiders.


Schema kenmerken van het tijdvak :


Tijd van burgers en stoommachines. 1800 - 1900 ⟶ ⟶  ↓

                      ↘↙                                          ↓

Landbouw en begin van stoommachines.               Nederland had verschillende koloniën

         ↓                          ↓                      Er was sprake van industriële

Huisnijverheid                          Fabrieken                                 revolutie en van een agrarische

Kinderarbeid                                                                              samenleving.

Max Havelaar



29-10-13

Kenmerken van Tijdvak hoofdstuk 2:

Tijd van regenten + vorsten.

Tijd van burgers + stoommachines.

     ↓

 Wat blijft: -Scheepvaart.

                  -Handel.

 Wat veranderd: -Er ontstonden nieuwe groepen.

 Industriele Revolutie→traag: De machines zijn langzamer.

 Franse Revolutie→snel: -De veranderingen in politiek opzicht.

                                           -De sociale veranderingen.

Gevolgen:

-Er veranderde dingen politiek.

-Sociaal ging het anders.

-Er kwamen verenigen.

-Er werden sommige groepen steeds belangrijker.

-Parlementaire democratie.

-Ze veranderde de westerse samenleving.


Samenvatting 2,0:

In de Tijd van de Regenten en de Vorsten was Nederland een van de belangrijkste landen in Europa. Ze waren eerst wat minder belangrijk geworden maar door de handel en de scheepvaart zijn ze toch weer erg belangrijk geworden.



05-11-2013

-Samenvatting 2.1:

Nederland begon zich rond 1860 steeds meer te bemoeien met Nederlands-Indië, terwijl het Cultuurstelsel werd afgeschaft. Doordat het Cultuurstelsel werd afgeschaft veranderde Nederland zijn omgang met Nederlands-Indië. Voorbeelden hiervan zijn : De Nederlandse overheid liet het ver aan de particulieren om voor te schrijven wat de Javaanse boeren moesten verbouwen. In dezelfde periode kwamen de Nederlanders erachter dat Nederlands-Indië rijk aan grondstoffen was en maakte daar gebruik van.


Voor 1870 oefenden de Nederlanders alleen invloed uit op het eiland Java. Na 1870 breidde de politieke en militaire macht van Nederland uit naar andere eilanden. Soms werd dit met bruut geweld gedaan door het leger en KNIL (Koninklijk Nederlands-Indisch leger), zoals op Atjeh of Lombok.


Rond de eeuwenwisseling drong het steeds meer Nederlanders door dat een groot deel van de Indische bevolking onder slechte omstandigheden leefden. Ze vonden het oneerlijk dat hun in ruil van alle grondstoffen die ze daar haalden niks terug deden. Vooral de christelijke politici hielden hier zich mee bezig. Ze wilden geloof, gezondheidszorg en onderwijs verbeteren. In 1901 kwam in Indië Ethische politiek. Nederland vond dat ze de welvaart moesten verbeteren.

 

-VOGGP:

Verschijnsel:

-Het boek.

Ontwikkeling:

-Minder misbruik van macht.

Gebeurtenis:

-Max Havelaar - 1859

-Cultuurstelset - 1830 tot 1870

Gedachte of Handeling:

Ze dachten na over hoe slecht ze behandeld werden dus ze kwamen in opstand.

Personen:

Christelijke politici en Max Havelaar.


-Samenvatting 2,2:

Door de Industriele Revolutie kwamen er veel mensen onder het bestaansminimum te leven. Geleerden hebben het een beetje bijgehouden en zijn het er over eens dat het een grote invloed had. Dan gaan ze zoeken naar een oplossing, de Sociale Kwestie. Ze zijn het ook over de oplossing eens en die is dat er zo'n groot mogelijke vrijheid moet zijn.


Koning Willem I had heel veel macht in 1800. Hij kon vrijwel alles bepalen en doen wat hij wilde. Maar als er een fouten beslissing genomen werd of hij deed iets wat mislukte, dan kon iedereen dat hem aanrekenen. Zoals toen hij heel graag wilde dat Nederland en Belgie 1 land werden. Dat gebeurde, maar na een tijdje kwam Brussel in opstand.



10-12-2013

-Samenvatting 2,3:

De verschillen tussen de groepen werden in de Industriele maatschappij veel groter. Je had een groep met rijke kooplieden en fabrikanten, en een groep met de fabrieksarbeiders. Rond 1740 begonnen mensen na te denken over dat je leven niet vast staat, dat je zelf invloed hebt op wat er gebeurt en dat je zelf bepaalt wat je gaat doen. In die tijd waren er heel veel arbeiders die werk zochten, dus de bazen van de fabrieken maakte de lonen heel laag, want het was geen werk, of wel werk en een laag inkomen. Dus dan kun je maar beter werken.

Na 1850 werden de al hele slechte werkomstandigheden nog slechter. Toen kwam er een wet in Nederland om de overmatige arbeid en verwaarlozing van kinderen tegen te gaan. Er waren 64 stemmen voor en 6 tegen. Nu staat deze wet bekend als het 'Kinderwetje van Van Houten'.


-Samenvatting 2,4:

In de Republiek is de positie van de godsdienst anders dan in verder Europa. Eigenlijk was de calvinistische kerk voorgelegd, maar je kon nog wel iets anders als je wilde. Mensen die in een andere godsdienst geloofden, werden achtergesteld, maar niet gedood. In 1798 werd de wet opgesteld dat alle godsdiensten gelijk werden gesteld. Maar Koning Willem I bemoeide zich ermee want hij wilde liever 1 godsdienst voor zijn land, maar dat lukte hem niet.


Er werden aparte verenigingen opgericht voor mensen die in een bepaalde godsdienst geloofde. Daardoor kwamen de mensen van een andere godsdienst niet echt met elkaar in contact en werd het nog afzonderlijker.


De scholen in deze tijd paste zich ook aan aan de godsdienst. Eerst hadden eigenlijk alle scholen een christelijk-karakter. Maar in 1848 werd een wet ingediend, iedereen mocht een school beginnen en het onderwijs geven wat zij of hij wilt. Maar niemand was er echt tevreden mee. Dus gingen ze naar het bijzonder onderwijs. Waar er nog meer uit een bepaalde richting of geloof werd gedacht. Maar je moest het zelf betalen als je een school wilde oprichten.


-JORTgeschiedenis:

1. Leg het verschil uit tussen standenmaatschappij en klassenmaatschappij.

2. Schrijf op wat er word verteld over de Franse revolutie en de industriële revolutie


-1. Standenmaatschappij is dat de bevolking in verschillende groepen is opgedeeld die zelf hun eigen rechten en plichten hebben.